Diabetische nefropathie is een van de meest voorkomende complicaties bij diabetes. Wat zijn de huidige behandelingen, wat zijn de nieuwste inzichten en wat kun je zelf doen?
Behandeling van diabetische nefropathie richt zich op het voorkomen of vertragen van nierfalen. Liefst al zo snel mogelijk in het begin, en zonder bijwerkingen voor de nieren zelf, en om te voorkomen dat het zover komt dat iemand aan de dialyse moet. Onderzoekers werken hard aan nieuwe behandelingen, omdat de bestaande niet altijd even goed werken.
Omdat bij nierproblemen vaak een hoge bloeddruk speelt, krijgen mensen als eerste meestal een zogeheten ACE-remmer (of RAS-remmer). Die remt een bepaalde stof in het bloed, waardoor de bloedvaten zich verwijden en de bloeddruk daalt. Geven ACE-remmers te veel bijwerkingen, dan zijn er de ‘angiotensine-II-antagonisten’. Deze blokkeren een bepaalde stof die de bloedvaten vernauwt. Ook op deze manier daalt de bloeddruk.
Omdat de huidige behandelingen voor nefropathie nog niet altijd genoeg werken, zoeken onderzoekers naar nieuwe aanknopingspunten voor therapieën. Ze verwachten ook veel van toekomstige medicijnen die je genen beïnvloeden. Maar zover zijn ze nog niet. Enkele lopende ontwikkelingen van dit moment:
Recent onderzoek uit Engeland ondersteunt een mogelijke rol voor C-peptide in de behandeling van diabetische nefropathie. C-peptide, een bijproduct van de aanmaak van insuline, zou de nieren mogelijk beschermen. Onderzoek met C-peptide bij knaagdieren met diabetes, en eerste tests met mensen met diabetes type 1 pakken goed uit. Ook heeft C-peptide een beschermend effect na transplantatie.
Te veel bindweefsel in de nieren is een probleem bij nefropathie. Het lichaam heeft bepaalde stoffen die meehelpen om bindweefsel te vormen. Een daarvan is een eiwit met de naam PAR-1. In eerder Nederlands onderzoek is ontdekt dat als er weinig PAR-1 in het lichaam zit, de nieren minder schade oplopen. De onderzoekers willen nu verder uitzoeken hoe ze het eiwit PAR-1 kunnen afremmen.
In de nieren zitten belangrijke cellen, die aan de buitenkant kanaaltjes hebben. De TRPC6-kanalen. Bij nefropathie komen er te veel van deze kanaaltjes, waardoor er te veel ongefilterde stoffen in de nieren komen. Daar lijden ze onder. Wetenschappers willen ervoor zorgen dat die kanaaltjes weer afnemen, zodat de nieren minder schade oplopen. Nederlandse onderzoekers hebben al verschillende dingen uitgeprobeerd die lijken te werken: het hormoon AngII blokkeren, vitamine D, en het eiwit PPARgamma.
Helemaal mooi is het natuurlijk als mensen in de toekomst nieuwe – eigen – nieren kunnen krijgen. Of op zijn minst dat je nieren gerepareerd kunnen worden. Daaraan wordt gewerkt binnen het samenwerkingsverband RegMed XB waar het Diabetes Fonds en de Nierstichting ook bij zijn betrokken, met behulp van stamcellen. Binnen datzelfde project werken overigens andere onderzoekers aan nieuwe insulineproducerende cellen.
Er zijn medicijnen die de bloedsuiker verlagen bij mensen met diabetes type 2, maar die ook goede effecten hebben voor mensen met diabetes type 1 en diabetische nefropathie. Doordat ze bij hen bijvoorbeeld de bloeddruk verlagen. Het gaat om de middelen metformine, pioglitazone, DPP4-remmers en SGLT2-remmers. Dit is in internationaal onderzoek aangetoond.
Een aantal tips die helpen om de kans op nierproblemen te verkleinen, of nefropathie af te remmen:
Ontvang elke 2 weken nieuws over diabetes type 1 per e-mail, met alleen artikelen die voor jou interessant zijn. Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en geef je interesses aan!