De eerste orale GLP-1 medicijnen voor mensen met diabetes type 2 zijn onlangs goedgekeurd in de Verenigde Staten. Hierdoor komt ook de discussie weer op gang of deze middelen ook zinvol zijn voor mensen met diabetes type 1. Hoe zit het?
Voor de actuele stand van zaken rond deze en andere medicijnen naast insuline bij diabetes type 1, zie dit artikel met een overzicht.
GLP-1 staat voor glucagon-like-peptide-1, een hormoon dat wordt gemaakt in de darm. GLP-1 geeft een seintje dat je hebt gegeten aan onder andere je maag, lever en spieren. Hierdoor wordt je eten goed verwerkt. In de hersenen stimuleert het hormoon een vol gevoel na het eten en remt het de eetlust.
GLP-1 verlaagt ook de bloedsuikers via acties in de alvleesklier. In de eilandjes van Langerhans beschermt het hormoon de insulineproducerende bètacellen. Ook remt GLP-1 de afgifte van het hormoon glucagon.
Het extra toedienen van GLP-1 zorgt voor gewichtsvermindering en verlaging van de bloedsuikerwaarden. GLP-1 is dus heel geschikt als basis voor nieuwe medicijnen, in eerste instantie bij diabetes type 2 maar misschien ook bruikbaar bij diabetes type 1.
Onderzoekers zijn hier hard mee aan de slag gegaan en hebben verschillende klassen medicijnen gemaakt die op GLP-1 inhaken:
In eerste instantie zijn de GLP-1 receptoranalogen getest bij grote groepen mensen met diabetes type 2 en overgewicht. De middelen stimuleerden gewichtsverlies, verminderden hart- en vaatziekten en verbeterden het HbA1c in deze groep mensen.
Getriggerd door deze goede resultaten zijn er ook studies opgestart die kijken naar de GLP-1 receptor-analogen bij mensen met diabetes type 1. In de ADJUNCT ONE-studie is liraglutide getest naast reguliere behandeling met insuline. De liraglutide verlaagde het HbA1c, het lichaamsgewicht en de insulinedosis. Helaas waren er wel meer meldingen van hypo’s en hypers met ketonen (dus richting ketoacidose).
In de NewLira-studie werd de liraglutide specifiek bij mensen met pas gediagnosticeerde diabetes type 1 onderzocht. De resultaten waren voorzichtig positief. De afgifte van lichaamseigen insuline was verbeterd zolang de behandeling duurde. De mensen hadden minder insuline nodig, hadden minder tekenen van ontsteking en minder hypo’s. Het HbA1c of lichaamsgewicht waren niet verbeterd in deze groep.
Dr. Henk-Jan Aanstoot van Diabeter ziet de meerwaarde van de extra therapieën voor mensen met diabetes type 1. “We kunnen met de huidige insulinetherapie nog niet altijd perfect onze bloedsuikerwaarden regelen. Elk jaar dat iemand rondloopt met een te hoog HbA1c, wordt hij sneller oud. Om deze imperfectie te bestrijden, kunnen we ook andere middelen gebruiken.”
De extra therapie met GLP1-medicijnen zal waarschijnlijk niet voor iedereen geschikt zijn. De mogelijke risico’s moeten voldoende opwegen tegen de mogelijke winst voor kwaliteit van leven.
Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en ontvang regelmatig nieuws over diabetes type 1 per e-mail, met alleen artikelen die voor jou interessant zijn.