Zolang diabetes type 1 nog niet te genezen is, werken onderzoekers hard aan betere behandelingen om de bloedsuiker stabiel te houden met insuline. Hier zie je kort de stand van zaken.
Verschillende soorten insuline, insulinepompen en glucosemeters: ze zijn al een tijd op de markt. Ze worden wel steeds kleiner en makkelijker in het gebruik. Ook kunnen ze meer dan vroeger, en nemen ze steeds meer denkwerk van je over.
Wat handig zou het zijn als je verlost zou worden van al dat meten, rekenen, spuiten of bolussen! Al in de vroege jaren 70 wordt er voor het eerst geschreven over een zogeheten closed loop insulineafgifte-systeem: een hele grote rugzak waarmee je tegelijk de bloedsuiker kunt meten en insuline kunt toedienen.
Deze rugzak heeft inmiddels heel wat ontwikkelingen doorgemaakt en is aardig gekrompen. Er is nu in 2018 nog geen enkel apparaat op de markt dat echt closed loop is omdat er nog steeds handelingen zijn die je zelf moet doen. Maar het komt in de buurt:
De Fully Automated Multihormone Closed Loop, ook wel de kunstalvleesklier, zal een échte closed loop zijn, hij sluit de cirkel volledig en houdt de bloedsuiker automatisch op peil. Het verste daarmee is een Nederlands apparaat waaraan het bedrijf Inreda werkt. Het apparaat geeft naast insuline ook glucagon af, om lage bloedsuikerwaarden te voorkomen.
Insuline voor gebruik door mensen kwam ooit van varkens en honden, maar wordt nu al decennia kunstmatig geproduceerd zodat het zoveel mogelijk lijkt op je eigen insuline. Maar onderzoekers willen een stap verder: hoe kun je insuline op een andere manier in het lichaam krijgen, zonder te injecteren?
Ook al doe je nog zo je best, het blijft moeilijk om je bloedsuiker na een maaltijd onder controle te houden. Dat komt deels doordat de huidige snelwerkende insulinesoorten nog steeds niet snel genoeg zijn om de snelle stijging van je bloedglucose op te vangen na een maaltijd. Daarom zijn er nóg snellere insulinesoorten in ontwikkeling om snelle pieken te overbruggen.
Onderzoekers willen ook ‘slimme’ insuline ontwikkelen. Die dien je toe op een moment dat het je uitkomt, maar gaat pas werken als de bloedsuiker omhoog dreigt te gaan. Het idee is niet nieuw. Al minstens dertig jaar spelen onderzoekers met die gedachte, maar pas onlangs kwamen de eerste tests van de grond, op initiatief van de Amerikaanse organisatie JDRF. Dat zijn nu alleen nog tests met dieren.
Veel mensen herinneren het zich nog: je bloedsuiker meten met een stripje in je urine. De tijd heeft niet stilgestaan: intussen kunnen we suikerwaarden continu aflezen, of met een scanner. Dat gebeurt met sensoren die meten in het vocht onder de huid. Zo zijn er continue sensoren (bijvoorbeeld van Medtronic), ontwikkelde Abbott de FreeStyle Libre en kwam Roche onlangs met de Eversense, die zelfs helemaal onder de huid zit.
De vingerprik is wel nog steeds de gouden standaard, omdat je daarmee direct in je bloed je glucose meet, zonder vertraging in de waarde. Maar prikken blijft vervelend, daarom word ook hard gewerkt aan allerlei andere manieren van bloedsuiker meten, zoals in speeksel, traanvocht of met licht. De successen zijn nog matig, maar het is een kwestie van tijd tot ook de vingerprik verouderd zal zijn.
Intussen gebeurt er natuurlijk ook veel onderzoek naar de genezing van diabetes.
Er gebeurt veel op het gebied van diabeteshulpmiddelen. Je moet er nog steeds veel bij prikken en rekenen, maar vergeleken bij nog maar tien jaar geleden zijn er reuzenstappen gezet. De ontwikkelingen blijven in rap tempo doorgaan.
Ontvang elke 2 weken nieuws over diabetes type 1 per e-mail, met alleen artikelen die voor jou interessant zijn. Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en geef je interesses aan!
Beste MDA, het kan inderdaad heel prettig zijn om te zien waar je bloedsuiker vandaan komt en waar deze naartoe gaat, zodat je wat je gaat eten of gaat spuiten daarop aan kunt passen. Met gouden standaard bedoelen ze in het onderzoek dat de vingerprik de bloedsuikerwaarde het meest nauwkeurig meet. Met de vingerprik meet je de suikerwaarde direct in het bloed, terwijl je met een CGM of FreeStyle Libre de suikerwaarde in de interstitiële ruimte tussen de cellen meet. En daar zit een vertraging in. In het ontwikkelen van ander soort suikermeters wordt dan ook aangehouden dat deze een maximaal aantal procent mag afwijken in een maximaal aantal procent gevallen van de vingerprik. groet, Annemarie (redactie diabetestype1.nl)